‘We hebben het aangekaart op huisbezoek en de ouderling zou contact opnemen met onze dochter. De kerkenraad heeft een vertrouwenspersoon in de kerkenraad aangesteld voor personen met LHBT-gevoelens. Maar tot op heden hebben we niets gehoord…’. Ik luisterde naar een moeder die iets deelde over haar dochter met lesbische gevoelens. Ze was teleurgesteld. Ze is niet de enige. Regelmatig spreek ik ouders die iets delen van hun pijn hoe er in hun gemeente wordt omgegaan met hun anders georiënteerde kind. De drempel om iets te delen is vaak al hoog. Maar als er dan vervolgens niets gebeurt, het oorverdovend stil blijft of er nooit meer naar gevraagd wordt zakt de moed in de schoenen.
Onlangs kwam de Regenboogverklaring in het nieuws, een verklaring waarin christenen spijt betuigen hoe kerken in het verleden met LHBT-ers zijn omgegaan. Bij deze verklaring zijn de nodige vragen te stellen. Hoe effectief is het om excuses aan te bieden voor wat anderen in het verleden deden? Bovendien komt de verklaring voort vanuit het verlangen naar volledige acceptatie van LHBT-levensstijlen, een weg die bijbels gezien niet begaanbaar is. Maar in elk geval valt van de verklaring te leren dat christenen – ook reformatorische christenen – vaak niet zo behoedzaam en liefdevol met LHBT’ers zijn omgegaan als de Heere vraagt. Veel mensen zijn beschadigd door onkunde, harde woorden en liefdeloze oordelen. Voor sommigen betekenden dat een duwtje in de rug naar de uitgang van de kerk, voor anderen een opstap naar andere kerken, kerken waar helaas geen bijbels geluid klonk als het gaat om relaties en seksualiteit, maar waar ze zich tenminste wel welkom voelden.
Niet altijd kan voorkomen worden dat jongeren met LHBT-gevoelens de kerk verlaten. Soms komen ze, onder invloed van de cultuur of van meer liberale kerken, tot het standpunt dat hun gevoelens OK zijn en er ruimte moet zijn daarnaar te leven. Dan zien we ze met lede ogen en pijn in het hart gaan. Met het gebed dat God hun ogen opent en ze leidt op Zijn wegen. Maar echt pijnlijk is het als we zelf debet zijn aan hun vertrek. Niet omdat zíj persé anders willen leven, maar omdat we hen niet zagen. Of ons er zo verlegen bij voelden dat we hen maar lieten (weg)lopen.
Ik ken gelukkig ook anderen verhalen. Reformatorische jongeren met LHBT-gevoelens die elke zondag trouw hun reformatorische gemeente bezoeken. Zich daar thuis voelen. Begrip en meeleven ervaren van ambtsdragers en gemeenteleden. Zich gedragen weten door het regelmatige gebed van de dominee voor hen. Ze ervaren dat ze er niet alleen voor staan. En juist dat geeft hen kracht om hun soms moeilijke weg vol te houden.