Afgelopen zomervakantie verkeerden we als gezin aan de overkant van het Kanaal. Al jarenlang is Engeland een favoriet onder onze vakantiebestemmingen. Een afwisselend landschap, vriendelijke mensen, eigenaardige tradities en een indrukwekkende cultuur en (kerk)geschiedenis. Een van de zegeningen van Engeland is dat je er op zondag veelal ook naar de kerk kunt. In heel wat plaatsen is nog een Schriftgetrouwe prediking te vinden. Soms in de Anglicaanse kerk en anders vaak wel in een van de vele – vaak onafhankelijke – gemeenten die Engeland rijk is. Omdat deze gemeenten vaak een onopvallend leven leiden is het soms wel even zoeken, maar na enig zoekwerk op Internet kom je er vaak wel achter wat voor vlees je in de kuip hebt. Je wordt er vaak allerhartelijkst ontvangen, krijgt koffie na afloop en wordt soms – zoals ons overkwam – zelfs uitgenodigd te komen eten. We waren verblijd dat we zowel in Cambridge als in Bury St. Edmund een bijbelgetrouwe prediking met diepgang hoorden, een boodschap van zonde en genade. Tegelijk is het ook een spiegel. Weinig landen zijn door God zo rijk gezegend als Engeland. Duizenden getrouwe predikanten gingen er voor. Hun geschriften spreken nog nadat ze gestorven zijn en zijn ook vandaag nog tot zegen. Maar wie vandaag Bedford bezoekt waar eens Bunyan stond vindt – behoudens het naar hem genoemde museum – weinig van deze geestelijke erfenis meer terug. Bedford is vandaag een verpauperde stad vol buitenlanders en criminaliteit. In Olney – waar John Newton stond – leek de trouwdienst die net aan de gang was meer op een popconcert dan op een kerkdienst. Wat zou er nog over zijn van de boodschap van vrije genade die Newton zo rijk verkondigde? En daar waar die boodschap nog wel klinkt, tref je veelal kleine gemeenten aan. Vaak geen eigen kerkgebouw, maar een dienst in een school of een buurthuis. Mensen weten niet wat ze horen als ze vernemen hoeveel mensen er in sommige plaatsen in Nederland in de kerk zitten. Reformatorisch onderwijs is er onbekend en veel ouders maken zich zoveel zorg over het reguliere, seculiere onderwijs dat ze hun kinderen thuisonderwijs geven. Maar wie zou er rijker zijn? Wij met onze grote, moderne kerkgebouwen, eigen scholen en politieke partij of misschien toch zij? De betrokkenheid op het Woord is groot, als ook de saamhorigheid en de onderlinge verbondenheid. Hoelang zou een bezoeker in onze diensten moeten wachten om aangesproken of uitgenodigd te worden? En als onze Engelse medechristenen eens een week met ons op konden trekken, waar zouden ze zich over verbazen? Over onze godsvrucht en nauwgezette leven of over onze wereldgelijkvormigheid en het gemak waarmee we ‘eerlijk’ onbekeerd kunnen zijn? Gemeenten in Engeland en Nederland hebben de Geest van genade en gebed nodig. Zíj vanwege hun ‘kleine kracht’, wij vanwege het gevaar van rijk en verrijkt te zijn met onze gebouwen, scholen en voorrechten. Laat het ons gebed zijn voor heel de kerk in Europa: Och, dat Gij de hemelen scheurdet… Want die God die én daar en hier zo rijk gewerkt heeft, leeft nog!
'In Uw licht zien wij het licht'
Psalm 36:10
Spiegel
Trefwoorden voor dit artikel: