'In Uw licht zien wij het licht'

Psalm 36:10

Spagaat

door | 28 augustus 2025 | Artikelen

Rabbijn Lody van de Kamp gooide onlangs een steen in de vijver. Woedend was hij op een groep predikanten  – nota bene in het rood gekleed – die voor het Dienstencentrum van de PKN in Utrecht demonstreerden tegen Israël. De kerk heeft volgens hem het recht verspeeld Israël te confronteren met haar falen. Hij schreef in het ND (1-07): ‘Indien ik tot deze kerk zou behoren, ik zou mij heel diep schamen. Om met zoveel bloed aan de christelijke handen, op deze manier gekleed te verschijnen om mij als Jood te vertellen hoe het dan wel allemaal moet in Israël, Palestina en Gaza’, aldus de verontwaardigde rabbijn. Had hij een punt? Ik denk het wel. Waar waren diezelfde dominees toen Assad – met gifgas – zijn eigen bevolking vermoordde? Toen Hamas op 23 oktober een ongekend wrede slachtpartij aanrichtte? Waarom lijkt het alsof Israël altijd als enige verantwoording moet afleggen? ‘Moet Israël altijd de enige zondebok zijn?’ (T. Verhoeven, ND 26-07).

Boven kritiek verheven?

Tegelijkertijd kan de vraag gesteld worden: is Israël boven alle kritiek verheven? Dat zou niet juist zijn. We constateren dat de laatste weken het ongemak met het Israëlische optreden niet meer stopt bij links-georiënteerde radicalen. Wie de opiniepagina’s van het RD volgt, merkt dat ongemak ook. Ook binnen SGP-kringen klinkt de verontwaardiging over al dan niet vermeende wandaden van Israël luider (ND, 05-08). Dat hoeft allemaal niet de kop ingedrukt te worden met het verwijt van antisemitisme. Israël mag, als elk ander land ter wereld, op zijn daden en gedrag beoordeeld worden. Het feit dat de kerk bloed aan haar handen heeft, kan ook een goedkoop excuus zijn om nooit meer iets te (mogen) zeggen. We kunnen het verschrikkelijke onrecht door ‘christenen’ aan joden betoond nooit bagatelliseren, maar ook daar is nuance bij nodig. Antisemitisme speelde historisch gezien vanouds het meest in door het katholicisme beïnvloede landen, alsook in door Luther beïnvloede gebieden. Voor de gereformeerde traditie ligt dit toch iets anders, hier was vaak juist sprake van diepgaande belangstelling en oprechte openheid naar joden en het jodendom, vaak gepaard gaand met hoop op toekomstig heil voor Israël.

Niet eenvoudig

Voor gewone kerkmensen wordt het er intussen niet eenvoudiger op. Zij voelen zich soms klemzitten tussen liefde voor Israël en de dagelijkse mediabombardementen van heftige beelden die zeker eenzijdig zijn, maar daarom niet verhullen dat het inderdaad vreselijk is in de Gaza-strook. Al kunnen we weinig sympathie voor de islam opbrengen, dat laat onverlet dat er daar honderdduizenden mensen honger lijden, opgejaagd worden en geen toekomst voor ogen zien. En als extremistische politici als Ben-Gvir en Smottrich er geen doekjes om winden het hele zaakje het liefst op te willen doeken, dan geeft dat terecht reden tot zorg. (Als ik na het schrijven van de laatste zin door deze of gene een tik op de vinger krijg, is dat wat mij betreft de bevestiging van wat ik bedoel). Als het om Israël gaat lijkt nuance bijna niet mogelijk. Dat is een spagaat dat ik heel diep voel, ook persoonlijk. Ik geloof in de legitimiteit van de staat Israël, maar zie in het Nieuwe Testament overduidelijk dat Israël theologisch gezien zijn vervulling vindt in Christus. Ik geloof in het herstel van Israël, maar óók dat dit herstel theologisch gezien al met Pinksteren begonnen is. Ik geloof in het doorgaande verbond van God waarin het gaat om het éne volk van God en meen dat we daarom Israël niet zomaar kunnen verzelfstandigen (zoals het dispensationalisme doet). Theologisch gezien is Israël daarom een raadsel, een ‘verborgenheid’. Want ik geloof tegelijk dat 1948 niet zomaar was en zie in het Oude Testament een ‘tegoed’ dat nog op vervulling wacht (Ezechiël, Zacharia). Kortom, na zoveel jaren studie en verdieping rond Israël ben ik er nog steeds niet uit. En misschien is dat ook maar goed. Want wanneer ben je ‘eruit’? Kun je over Israël ooit de waarheid in pacht hebben? Of dat juist het raadsel van dit volk dat je er van zoveel kanten naar kunt kijken en er toch nooit over uitgedacht bent? Omdat het een volk is met een geheim waar God Zijn weg mee gaat, een weg die, net wanneer je het denkt te begrijpen, je toch net weer ontglipt. Dat maakt bescheiden en opent ook ruimte voor nuance. Misschien zitten we er soms gewoon naast. Gelukkig hangt Gods weg met Israël niet af van ons oordeel over Israël. Hij gaat Zijn ongekende gang, juist met Israël. ‘Al Gods wegen zijn Israëlitisch’ (Da Costa).

Trefwoorden voor dit artikel: Israël